Als beleidsadviseur binnen het Sociaal domein word je gedetacheerd bij een gemeente of andere uitvoeringsorganisatie. In deze rol ben je actief betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van diverse projecten en beleidsplannen. Je hebt hierin zowel een ondersteunende als uitvoerende taak. In je ondersteunde rol ben je (deels) verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid en het schrijven van diverse plannen op het gebied van het sociaal domein. Je hebt een adviserende rol richting het management en het gemeentebestuur. En je fungeert als aanspreekpunt voor de uitvoering.
Kerntaken
Specifieke taken en werkzaamheden die verwacht worden in de functie:
- Je werkt mee aan de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van (beleids)plannen,
visies, strategieën, projecten en programma’s; hierin heb je zowel een ondersteunende,
als uitvoerende taak; - Je schrijft zelfstandig college- en raadsvoorstellen, adviesrapporten en kan meeschrijven
aan beleidsstukken; - Je initieert nieuwe projecten, bewaakt het voortgangsproces en gewenste eindresultaat;
- Je bent een aanspreekpunt voor burgers en coördineert (vergunning)aanvragen;
- Je weet relevante wet- en regelgeving te raadplegen en toepassen;
- Je kan plannen, visies, strategieën, verordeningen en andere beleidsdocumenten lezen, interpreteren, analyseren en toepassen in je dagelijkse werk;
- Je kan procedures zelfstandig begeleiden en afronden.
Functie-eisen
- Je beschikt over een afgeronde WO opleiding;
- Stage of (enige) werkervaring binnen de overheid is een pré;
- Je hebt interesses in sociale en maatschappelijke vraagstukken en affiniteit met de publieke sector.
Specialisaties
- Beleidsadviseur Wmo;
- Beleidsadviseur Jeugd;
- Beleidsadviseur Shv;
- Beleidsadviseur Participatie;
- Beleidsadviseur Sociaal Domein.
Competenties
Eigenaarschap
- Toont zich verbonden met een onderwerp/taak/product;
- Draagt verantwoordelijkheid voor eigen werkzaamheden;
- Is aanspreekbaar op eigen acties, zowel bij positieve als negatieve resultaten;
- Maakt datgene af waar hij aan begonnen is;
- Staat open voor feedback op het eindresultaat en doet daar iets mee;
- Handelt uit zichzelf in plaats van af te wachten;
- Hanteert een positieve en energieke manier van optreden die bij de situatie en zichzelf past;
- Benadert anderen op een open, ontspannen en vriendelijke manier;
- Past kleding en uiterlijke verzorging aan functie en/of situatie aan.
Flexibiliteit
- Staat open voor andere werkwijzen;
- Is snel inzetbaar bij verschillende werkzaamheden;
- Staat open voor andere manieren van werken en past deze toe, houdt daarbij niet vast aan de eigen aanpak;
- Springt bij als daarom wordt gevraagd;
- Is bereid om (af en toe) werk te doen dat niet direct past binnen het profiel of de afgesproken werktijden.
Organisatiebetrokkenheid
- Is betrokken bij de organisatie;
- Weet waar de organisatie voor staat en past zijn gedrag hier op aan;
- Onderneemt actie om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen en veranderingen binnen de organisatie;
- Neemt actief deel aan projecten of activiteiten binnen de organisatie;
- Staat achter beslissingen die voor de organisatie nuttig zijn, zelfs als ze minder populair zijn.
Ontwikkelingsgericht
- Open staan voor feedback en leren;
- Gaat proactief en doelgericht te werk als het gaat om het aanscherpen van kennis en vaardigheden;
- Is nieuwsgierig naar nieuwe informatie of manieren van werken;
- Staat open voor gevraagde en ongevraagde feedback en suggesties van anderen en handelt ernaar;
- Neemt adviezen ter harte en oefent hiermee in de praktijk;
- Vraagt zich achteraf af hoe de eigen aanpak beter had gekund en doet daar wat mee.
Communiceren
- Is in staat om feitelijke informatie zowel mondeling als schriftelijk begrijpelijk en helder over te brengen;
- Spreekt duidelijk en verstaanbaar;
- Maakt gebruik van oogcontact en intonatie;
- Formuleert helder en kernachtig;
- Hanteert correct taalgebruik (spelling, grammatica en/of stijl);
- Is in staat om een boodschap, idee of mening, zowel mondeling als schriftelijk begrijpelijk en helder over te brengen (individueel en/of aan
groepen); - Brengt structuur aan in een betoog, notitie of rapport;
- Luistert en brengt interactie tot stand;
- Stemt woordkeus af op het niveau van de ontvanger;
- Weet de ander te stimuleren en te motiveren.
Oordeelsvorming
- Vormt zich een oordeel over complexe situaties met gevolgen op de korte termijn;
- Herkent de essenties, grote lijnen en kritische details in de afweging van alternatieven;
- Benoemt bij keuzes consequenties en alternatieven op basis van verschillende invalshoeken;
- Komt tot een afgewogen oordeel op basis van een analyse van de verschillende belangen en consequenties;
- Interpreteert informatie op basis van een brede en afgewogen analyse en vooraf bepaalde criteria;
- Betrekt de juiste mensen en de juiste instanties bij de zaak, volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en
belanghebbenden.