Als kwaliteitsmedewerker Sociaal Domein ben je spin in het web, beweeg je tussen beleid en uitvoering en stel je de uitvoering in staat om zo goed mogelijk het werk te kunnen doen. Je bent verantwoordelijk voor het optimaliseren van de kwaliteit van de dienstverlening en het continu verbeteren van de processen. Je adviseert het management gevraagd en ongevraagd op de diverse onderwerpen.
Kerntaken
- Je zorgt ervoor dat de kwaliteit van de uitvoering geborgd wordt en blijft op het gebied van doelmatigheid en rechtmatigheid. Dit doe je bijvoorbeeld door steekproeven van bepaalde dossiers, maar ook door deel te nemen aan casuïstiekoverleggen;
- Je analyseert (aankomende) wetgeving, beleid en jurisprudentie, past deze toe en legt deze uit, levert daar input voor, toetst deze op uitvoerbaarheid, en vertaalt deze in procesbeschrijvingen;
- Je coacht en adviseert medewerkers en toetst op het terrein van de rechtmatigheid, op efficiëntie en effectiviteit van de uitvoeringsprocessen;
- Je verricht zelfstandig alle voorkomende werkzaamheden met betrekking tot de kwaliteitscontrole;
- Je signaleert knelpunten/trends/ontwikkelingen vanuit de uitvoeringspraktijk en doet voorstellen voor (beleids)verbetering;
- Je vertaalt beleid naar praktische werkinstructies en -processen.
Functie-eisen
- Afgeronde HBO of WO opleiding passend bij het sociaal domein;
- Je hebt meerdere jaren als medior professional in de uitvoering gewerkt.
Specialisaties
- Kwaliteitsmedewerker Wmo;
- Kwaliteitsmedewerker Jeugd;
- Kwaliteitsmedewerker Participatie;
- Kwaliteitsmedewerker Schulddienstverlening;
- Kwaliteitsmedewerker Sociaal domein breed.
Competenties
Eigenaarschap
Is zichtbaar eigenaar van meerdere onderwerpen/taken/producten.
- Adviseert gevraagd en ongevraagd ten aanzien van de betreffende onderwerpen/taken/producten.
- Zoekt samenwerking met nieuwe anderen om zaken gedaan te krijgen.
- Heeft gevoel voor kansrijke acties en/of producten en diensten.
- Anticipeert op de gevolgen van ontwikkelingen of beslissingen.
- Zorgt voor een werkklimaat waarbinnen initiatieven genomen kunnen worden.
- Is in staat met zijn manier van optreden invloed op beslissingen en denkbeelden van anderen uit te oefenen.
- Komt in optreden krachtig en zelfverzekerd over Versterkt op een voor de ander aantoonbare wijze een persoonlijke eigenschap en heeft daarmee succes (humor, enthousiasme, deskundigheid, etc.).
Flexibiliteit
Experimenteert met verschillende manieren van gedragen
- Werkt actief aan een brede inzetbaarheid;
- Beheerst een groot aantal verschillende werkwijzen;
- Denkt na over welke aanpak het beste bij een situatie past;
- Oefent met de eigen manier van gedragen in nieuwe en onduidelijke situaties om zo tot een betere aanpak te komen;
- Wisselt ook onder druk gemakkelijk van werkwijze of -stijl;
- Kan omgaan met onzekerheden in het werk.
Organisatiebetrokkenheid
Is betrokken bij de organisatie
- Weet waar de organisatie voor staat en past zijn gedrag hier op aan;
- Onderneemt actie om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen en veranderingen binnen de organisatie;
- Neemt actief deel aan projecten of activiteiten binnen de organisatie;
- Staat achter beslissingen die voor de organisatie nuttig zijn, zelfs als ze minder populair zijn.
Communiceren
Is in staat om een complexe boodschap helder over te brengen aan een groep
- Zorgt dat de boodschap aansluit bij de doelgroep;
- Heeft oog voor de manier waarop de boodschap bij de verschillende deelnemers overkomt en reageert daarop;
- Maakt gebruik van aansprekende voorbeelden om de boodschap over te brengen.
Vakkundigheid
Draagt kennis van het vakgebied over aan anderen
- Is in staat om kennis en vakkundigheid intern en extern aan anderen over te dragen;
- Zet zich in om een goede naam te verwerven op het vakgebied en/of als sr. professional;
- Participeert in overlegorganen en/of samenwerkingsverbanden en/of netwerkgroepen op het vakgebied.
Oordeelsvorming
Vormt zich een oordeel over complexe situaties met gevolgen op de korte termijn
- Herkent de essenties, grote lijnen en kritische details in de afweging van alternatieven;
- Benoemt bij keuzes consequenties en alternatieven op basis van verschillende invalshoeken;
- Komt tot een afgewogen oordeel op basis van een analyse van de verschillende belangen en consequenties;
- Interpreteert informatie op basis van een brede en afgewogen analyse en vooraf bepaalde criteria;
- Betrekt de juiste mensen en de juiste instanties bij de zaak, volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden.
Leidinggeven
Geeft instructies
- Geeft duidelijke opdrachten, instructies en kaders aan medewerkers;
- Spreekt anderen op hun prestaties en gedrag aan;
- Is transparant over eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden en die van een ander;
- Toont voorbeeld gedrag en is rolbewust.